In verband met het te verwachten zomerse weer, met tropische waarden vraagt de AHV jullie aandacht voor het volgende.
Extreem warm weer en sportvisserij In warmer water zit minder opgelost zuurstof en die zuurstof heeft vis nodig om te kunnen bestaan. Sommige vissoorten, vooral snoek, kunnen minder goed tegen een lager zuurstofgehalte. In warmer water, boven een bepaalde temperatuur, kunnen ze het conditioneel moeilijk krijgen. Dat kan zelfs levensbedreigend zijn voor de snoek. De snoeken worden gevangen in dieper gelegen waterlagen, dat meestal kouder is, en naar de oppervlakte gedrild. Na een enerverende dril, in relatief warm oppervlaktewater van circa 22-23 graden, lijkt het erop dat de snoek geen last van heeft van de temperatuurverschillen. Eenmaal op de kant, of in de boot, wil de visser ook een paar foto’s maken van hemzelf met zijn trofee. De tijd dat de snoek “boven” water is kan funest zijn voor zijn conditie. Tijdens het terugzetten van de snoek lijkt het erop alsof de vis er geen last van heeft. De snoek zal zijn best doen om zo snel mogelijk weg te zwemmen, in de warmere bovenlaag van het water!
Wat men vaak onderschat is dat de snoek veel energie heeft verloren tijdens de dril, tijdens het fotograferen en tijdens het terugzetten. Dat kan de snoek fataal worden. Daarom verzoekt de AHV haar leden nog even te wachten op snoek te vissen als sprake is van (extreem) warm weer. Denk bijvoorbeeld aan de hittegolf van vorig jaar! Als wij met z’n allen zorgzaam omgaan met de snoeken, ook met andere vissoorten, dan investeren wij gezamenlijk in een visrijke toekomst. De AHV dankt haar leden voor hun begrip en medewerking aan het behoud van “onze” sportvisserij.